Hoewel er allerlei verschillende oefeningen zijn, gaan ze uiteindelijk allemaal over het omgaan met je ervaring in het huidige moment. Er zijn twee soorten oefeningen.
Ten eerste zijn er oefeningen waar je tijd voor uittrekt, en waar je even (letterlijk) voor gaat zitten (of liggen). We noemen dit ook wel de “formele” oefeningen. We doen deze oefeningen in de bijeenkomsten, maar je doet ze ook thuis, in principe elke dag. Er zijn bijvoorbeeld oefeningen voor het voelen van je lichaam. Je krijgt geluidsopnamen van de begeleiding van deze oefeningen om je daarbij te ondersteunen.
Ten tweede zijn er oefeningen voor “in het dagelijks leven”. Dat zijn kleine oefeningetjes, die vaak meeliften met de dingen die je toch al doet. Een voorbeeld kan zijn het eten met meer aandacht dan je misschien gewend bent. Hoewel dit korte en eenvoudige oefeningen zijn, die niet of nauwelijks tijd kosten, zijn ze wel belangrijk. Ze zorgen er namelijk voor dat wat je leert ook echt een plek krijgt in je leven.